De verkiezingen waren voorbij en daar
stonden we: de grootste partijen van het land, veroordeeld tot elkaar
om een regering te vormen.
Veroordeeld, OK. Maar we hadden twintig
jaar geleden met hetzelfde bijltje gehakt en ondanks kritiek over de
zogenaamde puinhopen had zij een goed gevoel, als zij terugdacht aan
deze kabinetten.
Natuurlijk, ze hadden hun belangen,
maar die konden ze in een goede relatie soms uitruilen tegen iets
anders. Dat zouden wij ook moeten doen. De zeventiger jaren waren
voorbij en alle betweterigheid en gelijkhebberij moest tot het
verleden behoren.
Er was een crisis en de mouwen dienden
opgestroopt.
Of, zoals zij het noemde: dweilen met
de kraan dicht!
Zij hoorde tot de partijgenoten die
hadden gezien hoezeer de verzorgingsstaat zijn uitwassen had gekregen
in bijvoorbeeld de obesitas, die de laatste jaren zijn greep kreeg op
de sociale klasse die zij altijd gewend was geweest te verheffen.
Een grapje, dacht ze: hoe zwaarder de
mensen waren, hoe moeilijker het was ze te verheffen, haha!
Maar wacht eens even, dit grapje snijdt
hout: was ze niet een beetje moe geworden om telkens maar weer te
proberen die mensen in opleidingen, cursussen en banen te krijgen,
die ze eigenlijk niet leken te willen?
Hoe vaak waren ze niet voortijdig
uitgestapt om te verkassen naar de McDonalds met zijn verfoeilijke
voedsel, dikke buiken krijgend met goedkoop bier uit de Aldi en
nauwelijks meer in staat zich anders in het Nederlands uit te drukken
dan met oneliners als “kut-Marokkanen”, “politici zijn
zakkenvullers” of “Oranje wordt wereldkampioen”.
En het gaat haar niet alleen om die
mensen, maar ook om haar collega-politici, die smalend spraken over
haar prachtwijken en haar in TV-programma's het vuur na aan de
schenen legden.
Terwijl ze het allemaal zo goed
bedoelde, werd ze uitgescheten.
En dat deed pijn!
Kennelijk pasten goede bedoelingen niet
meer in deze tijd.
Maar deze keer zou het anders gaan. Ze
moest gewoon wat zakelijker worden. Gewoon, net zoals je in bedrijven
zorgt dat dingen gaan lopen. Dat moest in een kabinet ook kunnen. In
een crisis als deze moeten er gewoon dingen geregeld worden.
Ja, en dat doet pijn. Maar het
belangrijkste is toch dat de BV Nederland gered wordt, want anders
gaan ook de lagere sociale klassen ten onder en kunnen ze nooit meer
cursussen volgen zonder die af te maken.
Helder!
Nu zij wist hoe te handelen was ze zeer
optimistisch over de komende kabinetsonderhandelingen. Ze had immers
dezelfde instelling als de andere partij: you win some, you lose
some. Dat is nu eenmaal de politieke realiteit. En – zo dacht ze –
op deze manier kunnen we in ieder geval vijftig procent van wat we
willen, binnenhalen. De inner circle van haar partijgenoten was
enthousiast!
De toestand is moeilijk en op deze
manier kunnen we snel een adequaat handelend kabinet smeden.
Niet te lullig doen over ideologische
kwesties, gewoon: je geeft wat en je neemt wat, punt.
De onderhandelingen liepen zeer vlot,
zoals door haar voorspeld was en de toejuichingen uit de partij waren
niet van de lucht!
Kijk dat was een mooie rehabilitatie na
haar echec met de prachtwijken. Ze voelde zich beter dan ooit: dit
was een geweldige comeback.
Toen de leden van de andere partij in
opstand kwamen en Wassenaar en Bloemendaal niet van plan waren om
inkomensafhankelijke zorgpremie te gaan betalen, voelde ze zich op
een toppunt: ze kon, zachtjes wuivend als een koningin, de aanstaande
coalitiegenoot uit de brand helpen. Het was geweldig om zo'n
concessie te doen: nu zou de andere partij, bungelend aan een
touwtje, beter naar haar luisteren. Bovendien had ze nu ruim
wisselgeld voor andere kwesties.
Ondertussen lieten de peilingen zien
dat haar volk niet erg tevreden met haar was. Dat deerde haar echter
niet, zoals ze omstandig in elk TV-programma uitlegde: wat zij deed,
was goed voor het land en dat mensen dat niet waardeerden, begreep
ze. “I feel your pain”, citeerde ze Clinton, zoals haar door haar
spindoctor was aangeraden.
En verder ging het. De ene na de andere
kwestie werd soepeltjes uitgeruild.
Over de nieuwe straaljagers maakte ze
zich geen zorgen. Dat was defensie en tenslotte had ze daarvoor toch
maar mooi allerlei sociale thema's uitgeruild. Dat zou men wel
snappen.
Totdat ze de volgende dag in de krant
las, dat partijafdelingen anti-JSF-moties in stemming zouden laten
brengen op het congres waar de kabinetsformatie wou worden
goedgekeurd.
Haar spindoctor adviseerde haar de boel
te kalmeren door nader onderzoek aan te kondigen waar alles
financieel nog eens op een rijtje zou worden gezet. The usual
bla-bla.
's Avonds, na een paar wijntjes voor de
schrik, lag ze in bed een boek te lezen dat maar niet voorbij pagina
7 kwam.
En voor het eerst twijfelde ze aan haar
nieuwe aanpak.
“Ach, dat komt natuurlijk door de
alcohol, die zorgt ervoor dat ik wat weker wordt.”
Maar de twijfel bleef en ineens kreeg
ze het gevoel, dat al dat onderhandelen, uitruilen en het
redden van de BV Nederland zonder enige visie, niet haar manier was.
Een land is geen bedrijf, bedacht ze.
Maar één ding wist ze zeker, net
zoals de Franse filosoof eeuwen eerder: “ik twijfel dus ik besta.”
Tevreden met haar twijfel viel ze in
slaap, vast van plan om het morgen weer anders te doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten